Veelgestelde vragen over de borstvergroting
-
Waar komt het litteken van de borstvergroting?
In de meeste gevallen in de onderplooi van de borst (in de inframmaire plooi, ookwel afgekort als IMF: inframammary fold). Deze benadering geeft de beste en meest veilige toegang voor het plaatsen van de prothese. Bovendien ligt het litteken dan verborgen aan de onderzijde van de borst. Normaal gesproken is dit litteken 4 tot 5 cm lang. Een alternatief is de benadering via de rand van de tepelhof. Voor deze methode wordt gekozen als bijvoorbeeld de tepelhof gelijktijdig verkleind dient te worden. Het litteken ligt dan verborgen als de nieuwe rand rondom de tepelhof. De benadering via de oksel is te onnauwkeurig en daarom ongeschikt.
-
Is borstonderzoek, zoals bij het bevolkingsonderzoek, nog mogelijk?
Ja, zelfonderzoek en röntgenonderzoek is nog steeds goed mogelijk. Soms is het beoordelen van röntgenfoto moeilijker, maar in die gevallen biedt aanvullend onderzoek door een echo of MRI scan uitkomst. Je kunt gewoon deelnemen aan het bevolkingsonderzoek.
-
Zijn siliconen borstprothesen veilig?
Door uitgebreide ervaring en onderzoek weten we dat het gebruik van siliconen prothesen veilig genoeg is. Wereldwijd zijn er miljoenen vrouwen met een siliconen borstimplantaat. In Nederland worden op jaarbasis naar schatting 25.000 borstimplantaten geplaatst en naar schatting heeft 1 op de 30 vrouwen borstprothesen.
Siliconen worden veel gebruikt in de geneeskunde, bijvoorbeeld als een laagje om infuusnaalden. Ook in het dagelijkse leven komen we veel in contact met siliconen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van spenen door baby's. Alle mensen hebben een beetje siliconen in hun lichaam en dit is niet schadelijk.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat er bij het gebruik van siliconen prothesen geen vergroot risico bestaat op het krijgen van borstkanker. Wel is er een licht verhoogde kans op BIA-ALCL, een zeer zeldzame vorm van lymfoom. Daarnaast is er mogelijk een relatie met andere lichamelijke klachten, zoals gewrichtspijnen of vermoeidheid (ASIA syndroom).
Onderzoek naar BIA-ALCL en ASIA, en de relatie met borstimplantaten, is gaande. Mogelijk komen er in de toekomst nieuwe gegevens beschikbaar, die onze kijk op prothesen doet veranderen.
Het belangrijkste advies blijft: indien je geen enkel risico wilt lopen, kies dan niet voor een prothese.
-
Is borstvoeding nog mogelijk na een borstvergroting?
Ja, in de meeste gevallen is dit mogelijk. Het is belangrijk om te beseffen dat er bij 1/3e van alle vrouwen (die geen borstvergroting hebben ondergaan) weinig of geen borstvoeding op gang komt na de zwangerschap. Het niet op gang komen van borstvoeding, bij een vrouw die een borstvergroting heeft ondergaan, heeft dus niet altijd te maken de operatie.
-
Wat zijn specifieke complicaties van siliconen prothesen?
* Beschadigingen van de prothese
Beschadigingen kunnen variëren van hele kleine gaatjes tot grote scheuren. Deze beschadigingen leiden lang niet altijd tot klachten. Soms blijkt een beschadiging zelfs pas bij een heroperatie vanwege een andere reden. Soms veroorzaakt een beschadiging van de prothese wel klachten, zoals vormverandering. Hierdoor kan heroperatie en vervanging nodig zijn.
* Zweten van de prothese
Borstprothesen kunnen gaan “zweten”: in de loop van de jaren dringen minimale hoeveelheden siliconen door de omliggende prothese-envelop. Vrijwel nooit geeft dit klachten, omdat de siliconendeeltjes door het kapsel worden tegengehouden. Soms ontstaat een lymfeklierontsteking. Deze kan bij aanhoudende klachten reden zijn om de klier te verwijderen.
* Kapselvorming.
Het menselijk lichaam vormt een dun kapsel om ieder lichaamsvreemd materiaal, dus ook om een prothese. Dit is normaalgesproken geen probleem. In sommige gevallen kan het kapsel gaan samentrekken. Dit wordt een kapselcontractuur genoemd. Soms geeft dit pijnklachten of vormverandering van de borst. In die gevallen is het nodig om de prothese en het kapsel te verwijderen. Indien gewenst, kan er een nieuwe prothese worden geplaatst.
* Vervangingsoperatie
De levensduur van de huidige generatie prothesen is lang (>15 jaar), maar het is waarschijnlijk dat je op een moment aan vervanging van de prothesen toekomt, door wat voor reden dan ook.
* Overige klachten
Er zijn vrouwen, die in de loop van de tijd na een borstvergroting, last krijgen van chronische vermoeidheid, gewrichtspijnen, oogklachten, maagklachten en huidproblemen. Soms schrijven vrouwen deze klachten toe aan het implantaat. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat ongeveer de helft van deze groep vrouwen minder klachten heeft na het verwijderen van de prothesen.
-
Hoe lang ben ik uit de running na de operatie?
Dat ligt aan de zwaarte van de inspanningen, die j zou willen doen. In het algemeen staan de eerste 2 weken na de operatie in het teken van relatieve rust: je beweegt wel, maar doet geen krachtige inspanningen. Tussen week 3 en 6 bouw je de belasting op, en na 6 weken mag je alle inspanningen weer doen die je wilt.
Reken erop dat je tenminste de 1e week na de operatie vrijneemt van je werk. Doe dit 4 tot 6 weken als je fysiek zwaar werk doet.
-
Wat zijn de risico's en zijn er garanties?
Plastische chirurgie is geen exacte wetenschap. Ondanks secure voorbereiding, planning en veiligheidsmaatregelen is er geen garantie op een ongestoord verloop of op de resultaten. Complicaties, die gelukkig maar weinig voorkomen, zijn bloeduitstorting, infectie, wijken van de wond, verminderd gevoel of gevoelloze huid rond de tepels, overgevoelige tepels, pijnklachten, narcoseproblemen, trombosebeen en longembolie. Een symmetrisch resultaat is altijd het doel, maar 100% symmetrie kan niet worden gegarandeerd. Tenslotte kan het voorkomen dat het resultaat niet overeenkomt met jouw verwachtingen.
-
Wat kan ik zelf voorafgaand aan de operatie doen voor het beste resultaat?
* Bereik je streefgewicht. Wanneer je na de operatie wilt afvallen of als je zou aankomen, dan kan dit effect hebben op het resultaat.
* Stop met roken. Dit is altijd een goed idee voor je gezondheid en jouw huidconditie, maar voor de wondgenezing is stoppen tenminste 6 weken voorafgaand aan de operatie van groot belang om de kans op infectie en wondgenezingsproblemen te minimaliseren.
* Zit goed in je vel. Wie zich goed voelt voorafgaand aan een operatie, herstelt sneller en beter na een operatie. Indien er grote zorgen spelen, bespreek dit dan met dr. Melenhorst. Misschien is het beter om de operatie uit te stellen naar een later moment.
-
Wat kan ik zelf na de operatie doen voor het beste resultaat?
* Houd je aan de adviezen over fysieke belasting en luister naar je lichaam. Te grote inspanningen kunnen de wondgenezing vertragen.
* Blijf fit en op gewicht. Dit is goed voor je gehele lijf en gezondheid, en in het bijzonder voor het resultaat van de uitgevoerde operatie.
* Bescherm het litteken.
-
Is littekenbehandeling nodig?
* Vanaf het moment dat de wond genezen is, mag je het litteken behandelen. Meestal is dit twee weken na de operatie het geval. Dr. Melenhorst raadt aan om het litteken soepel te masseren met vaseline. Andere varianten van littekenzalf, crème, olie of littekenpleisters zijn meestal niet effectiever dan vaseline, maar mogen gebruikt worden. Een siliconenpleister is een mogelijkheid voor mensen die bekend zijn met overmatige littekenvorming. Dr. Melenhorst kan je hierover adviseren.
* Het is belangrijk om het litteken, zolang het rood is, niet bloot te stellen aan de zon of zonnebank.
-
Moet ik iets meenemen naar de kliniek op de dag van de operatie?
Na de borstoperatie is het raadzaam om gedurende tenminste vier weken na de operatie een ondersteunende (sport)beha met voorsluiting (en zonder beugels) te dragen. Je kunt de sportbeha bij ons bestellen, dat gebeurt tijdens het inplannen van de ingreep. Ook kun je een beha bestellen op het internet. Zoek daarvoor naar een “sport bh met voorsluiting”. Als je de beha zelf bestelt, dan dien je deze mee te nemen op de dag van de operatie.
-
Hoe lang blijft het resultaat goed?
Wanneer je goede levensgewoonten hebt, blijft het resultaat zeker jaren stabiel. Wel kan het resultaat meeveranderen met je lichaam. In het geval van bijvoorbeeld gewichtsverandering in de jaren na de operatie, ziet je dit meestal terug in het resultaat.